Wat met raam- en deuropeningen na een gevelisolatie?

Je verwarmingskosten laag houden doe je in de eerste plaats met een stevige laag isolatie. Daarom beslissen veel gezinnen om hun woning bijkomend te isoleren. Voor de buitenmuren is gevelisolatie (langs de buitenkant) een populaire oplossing. Maar dit heeft ook een implicatie voor de raam- en deuropeningen van het gebouw.

Wat is het probleem van gevelisolatie?

De voordelen van gevelisolatie zijn duidelijk: minder energieverlies, lagere stookkosten en een hoger comfort binnenshuis.

Toch is er ook een nadeel. De isolatieplaten en de nieuwe gevelafwerking (bv. crepi of gespoten kurk) maken de buitenmuren dikker. Hierdoor moeten de openingen voor ramen en deuren aangepast worden. Dat geldt ook voor andere structurele elementen aan de buitenkant van een woning, zoals dakgoten en regenpijpen.

Aanpassing van raam- en deuropeningen

Bij een gevelisolatie is het belangrijk om de dagkanten van de raam- en deuropeningen netjes af te werken. De overgang tussen het raamprofiel en de gevelbekleding wordt afgedicht met een siliconen kit (in een kleur naar keuze).

Verder is het (meestal) noodzakelijk om nieuwe venstertabletten te plaatsen. De oude zijn te dun. Door het isolatiemateriaal moet er namelijk een grotere afstand overbrugt worden. Dat geldt ook voor de raam- en deurdorpels.

Het is belangrijk om rekening te houden met deze bijkomende kosten wanneer je gevelisolatie offertes. Let erop dat deze werken inbegrepen zijn in de prijs.

Het moment voor nieuwe ramen?

Misschien zijn de isolatiewerken wel het ideale moment om je ramen te vernieuwen.

Een goed geïsoleerde gevel is nutteloos wanneer de raamprofielen en beglazing veel warmte doorlaten. Daarom combineren veel gezinnen de gevelisolatie met nieuw buitenschrijnwerk (en eventueel bijkomende dakisolatie). Op deze manier ontstaat er een performante isolatieschil die een maximale energiebesparing oplevert. Het laat je ook toe om bijvoorbeeld over te stappen op een lagetemperatuurverwarming.